De slagmolenaar met zijn rosmolen.
Afb. boven: Een olieslagerij met een rosmolen, die wordt aangedreven door een os.

 

 

 

Om olie uit oliezaden te winnen is de olie- of slagmolen ontwikkeld. Als grondstof gebruikt men oorspronkelijk kool- en raapzaad. Later ook lijn- en hennepzaad. De zaden worden geweekt met water, geplet en fijngewreven met behulp van kantstenen (een of twee op zijn kant staande molenstenen) die rondlopen over een vastgemetselde platte liggende steen of ijzeren plaat, het doodsbed, dat niet mee doet aan de beweging, dus ‘dood’ is, en waar een opstaande rand omheen is bevestigd.

 

Een houten schuiver zorgt er voor dat het weggeschoven zaad steeds weer voor de kantste(e)n(en) terecht komt. Als het zaad voldoende geplet is, wordt het opgevangen en in een vuister, een gemetseld ijzeren fornuis, met daarop een ijzeren plaat met een opstaande ring. Een ronddraaiend roerijzer voorkomt dat het geplette zaad aanbrandt. Bij een rosmolen (aangedreven door paard of os) wordt de olie met handkracht uit dit geplette zaad geperst.

 

Bij door wind- of waterkracht aangedreven slagmolens gaat het verwarmde ‘meel’ in een buul, een dikke dubbel te vouwen mat van paardenhaar, verstevigd met leer. De gevulde buul wordt tussen twee ijzeren platen geplaatst die met grote kracht tegen elkaar worden gedrukt. De olie die er zo wordt uitgeperst, wordt in een vat opgevangen. Het samenpersen van de bulen wordt gedaan door het slagwerk dat bestaat uit enkele lange palen, een slaghei en een loshei, die door een nokkenas worden aangedreven.

 

Met ongeveer vijftig tot zeventig slagen zorgt de slaghei dat een wig naar beneden wordt gedreven waardoor de bullen worden samengeperst. De loshei zorgt er voor dat een wig losgeslagen wordt, zodat de buul kan worden weggenomen. De samengeperste meelkoeken worden in het pottenblok weer tot meel fijngemaakt, nogmaals verwarmd en geslagen. Deze tweede persing, de naslag is van mindere kwaliteit. De hardgestempte zaadschilletjes van deze tweede persing worden als veekoeken verkocht.

 

 

Meer lezen: Meer lezen. Op Wikipedia staat een uitgebreid artikel hierover met veel foto's.

 

 

Bron: Hoofdzakelijk ontleend aan Molens en molenaarsberoepen, auteur A.J.J. Struijk in Ons Erfgoed 10e jrg. mei-juni 2002, nr. 3, pag. 103 en 104.

 


Aan bovenstaande tekst is de uiterste zorgvuldigheid besteed. Desondanks kunnen er best fouten

voorkomen. Constateer je fouten en/of heb je vragen, correcties, aanvullingen...

geef die dan even aan mij door via mijn E-mail adres.

 

 

Hoogeveen, 28 juni 2011
© Harm Hillinga

 

Menu Artikelen. HomePage
Top